uitzicht op windmolen
Private Markets

Infrastructuur brengt veerkracht in het portfolio

Dit artikel is geschreven in samenwerking met Investment Officer

Stabiele rendementen, bescherming tegen hogere inflatie, diversificatie én een forse bijdrage aan duurzaamheidsdoelstellingen: het is niet zo gek dat beleggen in private infrastructuurprojecten een grote vlucht neemt. Beleid, technologische innovatie en consumententrends jagen wereldwijd enorme infrastructurele investeringen aan, van transport en logistiek tot energienetwerken en van telecommunicatie tot duurzame energiebronnen.

De aanhoudende volatiliteit in macro-economische omstandigheden houdt markten in haar greep. De inflatie blijft hoger dan gewenst, de rentetarieven stijgen, de economische groei neemt af, een recessie ligt op de loer. Geen omstandigheden waarin beleggers rustig dienen af te wachten, zo lijkt het. Zeker niet omdat het er alle schijn van heeft dat de stabiliteit van voorheen niet zal terugkeren.

Tegen die achtergrond is het begrijpelijk dat institutionele beleggers de blik verleggen naar markten die minder afhankelijk zijn van inflatie, rente en – voor zover mogelijk - conjunctuur. Private markets kunnen daar zeker aan voldoen en die kwamen dan ook sterk opzetten de afgelopen jaren. Infrastructuur was daarbij een van de blikvangers, zo niet dé blikvanger.

Dat blijkt ook uit gegevens van dataleverancier PitchBook, die berekende dat het bedrag dat private infrastructuurfondsen aan nieuw geld ophaalden tussen 2012 en 2022 ongeveer verviervoudigde, van ruim 30 miljard dollar tien jaar geleden tot 127,9 miljard dollar in 2021.1

In aanvulling daarop voorspelt databedrijf Preqin dat het totale beheerd vermogen in private infrastructuur in 2026 opgelopen zal zijn tot 1.870 miljard dollar. Infrastructuur verdringt dan vastgoed als grootste categorie binnen real assets.2

Wat drijft de opmars van deze beleggingscategorie? In onderzoek van het BlackRock Investment Institute wordt een drietal trends gesignaleerd. De eerste is beleidsmatig: overheden wereldwijd, die van ontwikkelde economieën in het bijzonder, hebben gigantische programma's opgesteld om investeringen in de transitie naar een CO2-arme samenleving te stimuleren. In Europa gaat het met name om REPowerEU, het plan dat de Europese Commissie in 2022 lanceerde om vóór 2030 onafhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen uit Rusland. Dat gaat tot 2027 gepaard met 210 miljard euro aan extra investeringen.3 Twee jaar daarvoor, zomer 2020, had de Commissie al NextGenerationEU ontwikkeld, het economische herstelplan als reactie op de covid-19-pandemie. Met NextGenEU is een bedrag van 807 miljard euro aan investeringen gemoeid, met name in vergroening en digitalisering van de Europese Unie.4

Ook in de Verenigde Staten gaat het om enorme bedragen. De vorig jaar aangenomen Inflation Reduction Act bevat een bedrag van 370 miljard dollar aan uitgaven aan energie en het tegengaan van klimaatverandering.5 De Infrastructure Investment and Jobs Act uit 2021 omvatte eerst ongeveer 650 miljard dollar aan financiering voor wegen, bruggen, spoorwegen en luchthavens en daar kwam in een tweede ronde 550 miljard dollar bij, onder meer voor schoon drinkwater, elektrificatie en digitale infrastructuur.6

Een tweede trend die van infrastructuur een veelbelovende beleggingscategorie maakt, is het gegeven dat door innovatie de kosten van CO2-arme technologieën en processen steeds verder dalen. Daardoor worden die technologieën en processen steeds competitiever ten opzichte van hun traditionele tegenhangers. BlackRock becijfert onder meer dat de kosten van zonne-energie het afgelopen decennium met ongeveer 85 procent zijn afgenomen.

Tot slot wijst BlackRock op de consumententrends die de investeringen in nieuwe infrastructuur ondersteunen: de CO2-arme producten en processen die daaruit voortkomen worden steeds populairder. De wereldwijde verkopen van elektrische auto's zijn daarvan een helder voorbeeld: die steeg van 3,2 miljoen in 2020 tot 6,8 miljoen in 2021 en 10,5 miljoen in 2022.7

Deze fundamentele trends lijken van infrastructuur een zeer geschikte beleggingscategorie te maken voor langetermijnbeleggers zoals pensioenfondsen of verzekeraars. Bovendien biedt dit type belegging over het algemeen een betere bescherming tegen hoge(re) inflatie dan beursgenoteerde aandelen. Zo dragen beleggingen in infrastructuur bij aan de risicospreiding binnen het portfolio: met name de correlatie met zowel kort- als langlopende obligaties is zeer laag.

Veel langetermijnbeleggers zijn, in reactie op de aanhoudende volatiliteit, al afgestapt van het traditionele 60/40-portfolio (genoteerde aandelen/obligaties) en diversifiëren naar private markets. Natuurlijk zijn dergelijke beleggingen niet immuun voor inflatie, rente of conjunctuur, maar een portfolio zal met deze aanvullingen aan veerkracht winnen. Voor private infrastructuur komt daar nog eens bij dat die categorie praktisch vele duurzaamheidsdoelstellingen van een belegger kan ondersteunen als zij daarvoor kiezen. Met het financieren van dergelijke projecten verwerven institutionele beleggers dus niet alleen een robuuster portfolio, maar laten ze ook zien dat ze bereid zijn andere uitdagingen aan te gaan.

Voor meer lees:

1https://pitchbook.com/newsletter/the-future-of-infrastructure-is-sustainable-and-digital
2https://www.preqin.com/insights/global-reports/2022-preqin-global-infrastructure-report
3https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/priorities-2019-2024/european-green-deal/repowereu-affordable-secure-and-sustainable-energy-europe_en
4https://next-generation-eu.europa.eu/index_nl
5https://www.whitehouse.gov/cleanenergy/inflation-reduction-act-guidebook
6https://www.whitehouse.gov/briefing-room/statements-releases/2021/08/02/updated-fact-sheet-bipartisan-infrastructure-investment-and-jobs-act
7https://www.ev-volumes.com