Rondetafel

Rondetafel over LDI in het nieuwe pensioencontract

In gesprekken met pensioenfondsen merkten we dat de invulling van de LDI-portefeuille in het nieuwe pensioencontract nog heel wat vragen oproept. Een interessant onderwerp voor een Rondetafel om hier een dieper op in te gaan.

Op 2 november 2023 zijn Wouter van Noorloos van het LDI- team van BlackRock, Wilbert Huizing en Gerben Schreurs van het institutionele team in gesprek gegaan met afgevaardigen van zes verschillende Pensioenfonden.

Op de agenda staan onder meer de volgende onderwerpen:

  • De rol van investment beliefs in de keuze tussen het solidaire en het flexibele contract en tussen werkelijk en theoretisch rendement
  • De opbouw van de LDI-portefeuille: welke beleggingscategorieën zijn wel en niet passend in elk contract?
  • Welke verhouding tussen risico en rendement is acceptabel, en wanneer worden ex-ante overdrachten te groot?
  •  Wat is de rol van inflatiebescherming in elk contract?

En dit is een beknopte samenvatting van de interessante middag:

  • De meerderheid van de pensioenfondsen geeft de voorkeur aan een solidair contract. Binnen deze optie lijkt de theoretische toewijzing van het beschermingsrendement de voorkeur te hebben, maar veel partijen hebben de beslissing nog niet genomen. Een tussenliggende variant tussen het theoretische en het daadwerkelijke beschermingsrendement is nog steeds een overweging en zou mogelijk de voordelen van beide benaderingen kunnen combineren.
  • In het nieuwe pensioenstelsel erkennen deelnemers ook een rol voor LDI. Echter, de dominante rol van renterisico lijkt af te nemen ten opzichte van het Financieel Toetsingskader (FTK). De rol van groei-activa lijkt aanzienlijk groter te worden in het nieuwe stelsel.
  • Het renterisico wordt voornamelijk bepaald door het projectierendement. Een pensioenfonds mag het projectierendement baseren op een verwacht (reëel) rendement, de risicovrije rente, of een combinatie van beide. De rentetermijnstructuur (RTS) van DNB lijkt echter lijkt de standaardkeuze te zijn.
  • Het verschil tussen het theoretische en het daadwerkelijke rendement manifesteert zich in de vorm van spreadrisico en resulteert in een overdracht van waarde tussen generaties. Toch wordt dit mismatchrisico over het algemeen beschouwd als een risico van minder belang. Het risico verbonden aan aandelen en zakelijke waarden lijkt daarentegen de overhand te hebben genomen.
  • Deelnemers verwachten dat het nieuwe pensioenstelsel meer flexibiliteit biedt voor het afdekken van inflatierisico's, maar het nominaal sturen blijft de basis. Er bestaan echter twijfels onder deelnemers of de beschikbare inflatieproducten voldoende aansluiten bij de risico's die ze willen afdekken.
  • De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel brengt tal van uitdagingen en onzekerheden met zich mee. Voorbeelden hiervan zijn de communicatie naar deelnemers en regelgevingsrisico's. Bovendien kan de uitkomst van verkiezingen mogelijk veranderingen in de pensioenwetgeving teweegbrengen. Daarnaast bestaat er een sterke afhankelijkheid van derde partijen om de overgang succesvol te maken, waarbij de gereedheid van de pensioenadministrateur naar verwachting een cruciale rol zal spelen.
  • Hoewel de meerderheid van de pensioenfondsen kiest voor Lifecycle beleggen, worden er ook alternatieve oplossingen uitgewerkt.
  • Onder de aanwezige pensioenfondsen die hebben gekozen voor SPR, lijkt een traditionele LDI-portefeuille bestaande uit alleen staatsobligaties en swaps niet de meest voor de hand liggende optie. In combinatie met theoretisch beschermingsrendement zorgt deze portefeuilleinrichting tot een negatieve mismatch die wordt gedragen door jongere cohorten en dit wordt als ongewenst beschouwd.

Bent u geïntresseerd in dit onderwerp of wilt u meer informatie over deze rondetafel bijeenkomst? Neem dat contact op met Wilbert Huizing (wilbert.huizing@blackrock.com)

De inhoud op deze pagina mag niet worden verspreid zonder toestemming van BlackRock.